Nieuw rapport van het Internationale Rode Kruiscomité over explosieve wapens in verstedelijkte gebieden

Naarmate de wereld verstedelijkt, vinden ook gewapende conflicten steeds vaker plaats in steden en dichtbevolkte gebieden. Deze trend zal zich waarschijnlijk voortzetten. Vaak zijn zware explosieve wapens oorspronkelijk ontworpen voor vijandelijkheden in open gevechtsterreinen en niet om te gebruiken in dichtbevolkte gebieden (waar militaire doelwitten vaak in de buurt liggen van burgers). De meerderheid van slachtoffers bij het gebruik van deze wapens zijn dan ook meer en meer burgers.

Verwoestende humanitaire gevolgen

Het gebruik van deze explosieve wapens in dichtbevolkte gebieden is een van de belangrijkste oorzaken burgerleed en -schade in de huidige gewapende conflicten. Naast het directe leed of schade, zoals het verwonden en doden van grote aantallen mensen, het veroorzaken van psychologische trauma’s en het verwoesten van gehele steden, waaronder huizen, scholen, cultureel erfgoed en essentiële infrastructuren, brengt het gebruik van deze wapens ook indirecte gevolgen of ‘domino-effecten’ met zich mee: door het raken van wegen en essentiële infrastructuren, die vaak aan elkaar gelinkt zijn, kunnen diensten die onmisbaar zijn voor de overleving van de bevolking – zoals water- en sanitaire voorzieningen, elektriciteitsnetwerken en gezondheidsfaciliteiten – worden verstoord en vernield. Mensen slaan op de vlucht, gebieden geraken verontreinigd door niet-ontplofte munitie en de natuurlijke omgeving wordt aangetast. Gevluchte burgers kunnen vaak jaren of zelfs niet naar hun thuis terugkeren.

Grote uitdagingen voor naleving van het internationaal humanitair recht

Het gebruik van zware explosieve wapens is niet als zodanig verboden volgens het internationaal humanitair recht (IHR), dat de bescherming beoogt van personen die niet of niet langer deelnemen aan de vijandelijkheden en het gebruik van bepaalde middelen en methoden van oorlogsvoering beperkt of verbiedt. Dergelijk gebruik moet echter voldoen aan alle regels voor het voeren van vijandelijkheden, met name het principe van onderscheid en bijgevolg het verbod op willekeurige aanvallen, evenals het verbod op disproportionele aanvallen, en de verplichting om alle mogelijke voorzorgsmaatregelen nemen bij een aanval.

Vanwege de lage nauwkeurigheid en precisie en de grote destructieve straal ten opzichte van de grootte van de meeste militaire doelwitten in bevolkte gebieden, is het zeer waarschijnlijk dat het gebruik van dergelijke explosieve wapens willekeurige of niet-onderscheidende gevolgen met zich mee brengt. Dit doet twijfel rijzen over de vraag of dergelijke wapens in een dichtbevolkte omgeving kunnen worden gericht tegen een specifiek militair doel en/of hun effecten kunnen worden beperkt zoals vereist door het IHR, om te voldoen aan het verbod op willekeurige aanvallen. Het toont ook de moeilijkheid aan van het gebruik van zware explosieve wapens in bevolkte gebieden in overeenstemming met het IHR.

Nieuw rapport van het ICRC

Het Internationale Rode Kruiscomité (ICRC) analyseert in haar nieuw rapport de belangrijkste problemen van het gebruik van dergelijke wapens en probeert op die manier conflictpartijen op andere gedachten te brengen.

Het rapport toont een op feiten gebaseerd patroon van omvangrijk leed aan burgers – voornamelijk vrouwen en kinderen – wanneer militaire doelwitten in dichtbevolkte gebieden worden aangevallen met explosieve wapens. Het schetst een technisch overzicht over welke wapens het gaat en biedt een analyse van de gevolgen van het gebruik van deze wapens onder het IHR.

Finaal schrijft het rapport verschillende concrete en praktische aanbevelingen voor, gericht aan beleidsmakers en strijdkrachten, omtrent te nemen voorzorgs- en verzachtende maatregelen ter versterking van de bescherming van burgers tegen het gebruik van zware explosieve wapens in dichtbevolkte gebieden.

Fundamentele aanbevelingen zijn:

  • Het vermijden van het gebruik van zware explosieve wapens in bevolkte gebieden d.w.z. dat deze wapens niet mogen worden gebruikt (“avoidance policy”) tenzij er voldoende risico-beperkende maatregelen worden genomen om hun grootschalige effecten en het daaruit voortvloeiende risico op burgerschade te beperken;
  • Het expliciet vooropstellen van de bescherming van de burgerbevolking als een strategische doelstelling op het hoogste niveau, voorafgaand aan militaire operaties, en dit integreren in alle militaire orders;
  • Het uitrusten van strijdkrachten met aangepaste wapens en middelen en methoden van oorlogvoering die geschikt zijn voor gebruik in stedelijke en andere bevolkte gebieden en hen opleiden in het correct gebruik ervan;
  • Het identificeren en in kaart brengen van kritieke civiele infrastructuur, en verzekeren dat deze informatie wordt doorgegeven aan de militaire commandanten aan de frontlinie.

U vindt het rapport hier: ICRC report: Civilians in populated areas must be protected against explosive weapons.

Wat doet Rode Kruis-Vlaanderen?

Oorlog in steden is een van de prioritaire thema’s waarop Rode Kruis-Vlaanderen in haar activiteiten rond Internationaal Humanitair Recht inzet. Via een regelmatige, bilaterale en confidentiële dialoog delen we ook onze posities met de Belgische autoriteiten.

Rode Kruis-Vlaanderen volgt ook de ontwikkelingen op internationaal niveau op, en meer bepaald de lopende onderhandelingen voor een internationale politieke verklaring, die concrete acties voorschrijft aan staten om de humanitaire gevolgen van het gebruik van deze wapens te beperken. Vanwege de pandemie werd de laatste onderhandelingsronde uitgesteld, al wordt verwacht dat in 2022 dit proces opnieuw wordt opgestart.

In januari 2021 nam Rode Kruis-Vlaanderen deel aan een hoorzitting in de Commissie Landsverdediging van het federaal parlement, waarbij ook actoren uit het middenveld en het Ministerie van Defensie tussenkwamen. In mei 2021 keurde de Kamer een resolutie goed waarin het de regering oproept zich ertoe te verbinden een einde te maken aan het gebruik van explosieve wapens in dichtbevolkte gebieden door actief deel te nemen aan het diplomatieke proces voor aanname van de politieke verklaring.