Gereconstitueerd vol bloed voor wisseltransfusie

Deze productfiche beschrijft een patiënt-specifiek bloedproduct dat enkel op bestelling in het kader van specifieke indicaties wordt bereid. Het is voor een welbepaalde patiënt bestemd en wordt via een aparte bestelprocedure met het bestelformulier voor patiënt-specifieke bloedproducten aangevraagd. Om een tijdige aflevering te verzekeren moet het 24u op voorhand worden besteld.

Productcodes

Code 'Dienst voor het Bloed'

E4076V00

 

RIZIV-Code

Gehospitaliseerd:            752 463 + 752 441

Niet-gehospitaliseerd:    752 452 + 752 430

 

Bereiding en samenstelling

Gereconstitueerd vol bloed wordt bereid door het samenvoegen van een gedeleukocyteerd erytrocytenconcentraat ‘volwassene’, bestraald van bloedgroep O en een zakje virus-geïnactiveerd plasma van bloedgroep AB. Het erytrocytenconcentraat is niet meer dan 5 dagen oud en negatief voor het antigeen waartegen de oorzakelijke antistof van de hemolytische ziekte van de foetus gericht is. In tweede instantie wordt bij de selectie van het erytrocytenconcentraat rekening gehouden met het resus D type van de pasgeborene.  De bewaarvloeistof (SAGM) wordt verwijderd uit het erytrocytenconcentraat waarna de hematocriet weer op 0,40 à 0,50 wordt gebracht door toevoeging van het ontdooid virus-geïnactiveerd plasma.

 

Indicaties

Gereconstitueerd vol bloed is vooral bestemd voor wisseltransfusie bij neonati, meestal ter behandeling van HDP (hemolytische ziekte van de pasgeborene).

Andere mogelijke indicaties zijn ernstige hyperbilirubinemie van niet-immune oorsprong, sikkelcel crisis en protozoaire infecties (malaria, babesiose) met hoge parasitemie.

Contra-Indicaties

Gereconstitueerd vol bloed voor wisseltransfusie niet gebruiken in het geval van eerdere allergische reacties op methyleenblauw of derivaten daarvan.
Transfusie van gereconstitueerd vol bloed voor wisseltransfusie is gecontra-indiceerd bij patiënten met G6PDH-deficiëntie.

Dosis en gebruiksaanwijzing

Dosis

Klassiek wordt een dubbel volume-wisseltransfusie uitgevoerd, wat wil zeggen dat tweemaal het bloedvolume van het kind (2 x 80 ml/kg) wordt gewisseld. Meestal volstaat hiervoor één producteenheid gereconstitueerd vol bloed.

De snelheid van toediening dient nauwkeurig geobserveerd te worden zodat ontoelaatbare wijzigingen in bloedvolume worden vermeden.

Speciale voorzorgsmaatregelen

Het gereconstitueerd vol bloed moet voor toediening nog gekruist worden met een serumstaal van de ontvanger (in geval van HZP: van de moeder van de ontvanger) door het laboratorium van het aanvragend ziekenhuis.

Onmiddellijk voorafgaand aan de transfusie dient te worden nagegaan of het toe te dienen product voor de betreffende patiënt is bedoeld. Het product dient tijdens toediening te worden opgewarmd met een hiervoor gevalideerd bloedverwarmingstoestel. Indien Ca-gluconaat wordt toegediend ter voorkoming van hypocalcemie dient dit te gebeuren via een andere toegangsweg.

Een bestraald bloedproduct is niet radioactief en kan zonder gevaar door het verplegend personeel gemanipuleerd worden.

Gebruiksaanwijzing

Tijdens de transfusie moet een aseptische techniek worden toegepast. Toediensets en filters dienen tijdig te worden vervangen in geval van transfusie van meerdere eenheden. Eventuele restanten worden verwijderd als medisch afval. Op geleide van het serum bilirubine kan de procedure zo nodig herhaald worden. 

 

Mogelijke ongewenste effecten bij toediening van het product

Bij wisseltransfusie dient in het bijzonder gelet te worden op de symptomen van citraattoxiciteit (hypocalcemie, acidose). Daarnaast kunnen zich ook de algemene bijwerkingen van transfusies voordoen: voornamelijk rillingen, koorts en symptomen van allergisch aard zoals urticaria en jeuk.

Ernstige, mogelijk dodelijke, ongewenste bijwerkingen zijn: circulatoire overvulling met longoedeem, transfusie-gerelateerde acute longaandoening (TRALI), bacteriële sepsis,

hemolytische transfusiereactie en ernstige allergische reacties zoals anafylactische shock.

Verder kunnen voorkomen: posttransfusie purpura, chemische verstoring bij massale transfusie (hyperkaliëmie).

Door bloed en bloedderivaten kunnen infecties worden overgedragen: met virussen (B19 parvovirus, CMV*, HAV, HBV, HCV, HIV,…), met bacteriën (syfilis), met protozoa (malaria, leishmania, trypanosomiase) en met ongekende ziekteverwekkende agentia.



* Van gedeleukocyteerde bloedproducten wordt algemeen aangenomen dat door de eliminatie van de witte bloedcellen de kans op transmissie van het CMV-virus nagenoeg volledig wordt vermeden. Voor indicaties van het gebruik van bloedproducten afkomstig van donoren die serologisch negatief zijn voor CMV: zie onder CMV-negatieve bloedproducten.

Medicamenteuze en andere interacties

Het gereconstitueerd vol bloed mag niet gemengd worden met geneesmiddelen of infusievloeistoffen. Calciumhoudende en geconcentreerde glucoseoplossingen mogen in geen geval toegevoegd worden aan het erytrocytenconcentraat of toegediend worden via dezelfde lijn.

Bewaring en stabiliteit

Gereconstitueerd vol bloed moet bewaard worden tussen + 2 °C en + 6 °C en mag niet gebruikt worden na de bewaartijd aangegeven op het etiket. De maximale bewaarduur van gereconstitueerd vol bloed voor wisseltransfusie is 24 uur gerekend vanaf de bereiding, en 12 uur gerekend vanaf de bestraling.

Gereconstitueerd vol bloed mag niet gebruikt worden bij tekenen van beschadiging of bederf.

 

Veiligheid van producten bereid uit menselijk vol bloed

Het bloed wordt afgenomen van vrijwillige, niet-bezoldigde donoren, geselecteerd volgens de normen vastgelegd in de Belgische wetgeving en de procedures van de Dienst voor het Bloed van Rode Kruis-Vlaanderen.

Bij elke donatie wordt de donor gekeurd door een arts en getest op antistoffen tegen de humane immunodeficiëntievirussen (anti-HIV-1 en HIV-2), op antistoffen tegen het hepatitis C-virus (anti-HCV), op het hepatitis B-virus-oppervlakteantigen (HBsAg) en op antistoffen tegen Treponema pallidum. HIV, HBV en HCV worden ook opgespoord d.m.v. NAT-testen.
De producten afkomstig van donaties met positieve testresultaten worden vernietigd.

Wanneer producten bereid uit menselijk bloed worden toegediend kan overdracht van een infectieus agens niet helemaal worden uitgesloten. Het residuele risico op overdracht van HIV, HBV of HCV door transfusie van een eenheid wordt geraamd op respectievelijk 1 op 4 à 6 x 106 , 1 op 0,3 à 1 x 106 en 1 op 700.000.

Transmissie van tot nog toe onbekende pathogenen kan niet worden uitgesloten.

Aflevering

Op medisch voorschrift, na bestelling.

Bestel minstens 24 u voor het gewenste tijdstip van aflevering.

Aangifte van een transfusiereactie

Ernstige ongewenste bijwerkingen bij patiënten tijdens of na een transfusie die aan de kwaliteit of de veiligheid van bloed of bloedderivaten kunnen worden toegeschreven, moeten door het ziekenhuis zo snel mogelijk gemeld worden aan het Hemovigilantiecentrum, via de site Hemovigilantie van het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (KB van 25 oktober 2006) met kopie aan de bloedinstelling. Het verdient aanbeveling om ernstige nevenwerkingen van een transfusie die mogelijks te wijten zijn aan een afwijking van het bloedproduct ook onmiddellijk en rechtstreeks te melden aan het bevoorradende bloedtransfusiecentrum.

                                                                                                                                                                                

Laatst aangepast op 26/07/23.