Een vrijwilliger vertelt: COVID-19-ritten

Tijdens de coronacrisis zetten onze vrijwilligers zich in om waar mogelijk te helpen. Naast de versterking van de 112 werd er ook bijstand gevraagd voor het NDLZ (niet-dringend liggend ziekenvervoer). Voor West-Vlaanderen werden er 2 extra ziekenwagens gevraagd die 24/24 en 7/7 bemand werden in shiften van 12 uur. Enkele van onze vrijwilligers gingen hier met veel enthousiasme op in. Hieronder kan je de getuigenissen van Emerson, Aäron en Jordy lezen.

Emerson: “Het meest aangrijpende tijdens deze ritten waren voor mij de persoonlijke beschermingsmiddelen (het mondmasker, de veiligheidsbril en het schort) en de hele reinigingsprocedure na het vervoeren van elke coronapatiënt met de ziekenwagen. Het aangename was de dankbaarheid en de appreciatie voor het werk dat we deden. Ik ben blij dat ik op deze manier heb kunnen helpen met het bestrijden van het virus.”

Aäron: “Het was een vreemde ervaring. In het begin waren we voornamelijk een soort liggende taxi (met zuurstof) voor COVID-19-patiënten. Naarmate de tijd vorderde en het aantal COVID-19-patiënten minderde, kregen we ook tussendoor standaard 105-ritten. Dat was wel aangenaam als afwisseling en hoopgevend: we konden de daling van coronapatiënten effectief opmerken. Het meest vervelende was het mondmasker. Niet vanwege het lastige ademhalen, maar omdat ons gezicht erachter verborgen zat. Daardoor was het moeilijker om de patiënten gerust te stellen.”

Jordy: “Een hele nieuwe beleving. Niet alleen de coronapatiënten, maar ook het ziekenvervoer was voor mij de eerste keer. Het was heel aangenaam om de verbazing te horen van de mensen als ze hoorden dat we dat volledig vrijwillig deden. De beschermschorten en het mondmasker waren heel onaangenaam. De aanpak in de verschillende ziekenhuizen was ook wel vreemd. Bij de ene waren heel vriendelijk en behulpzaam, bij andere was het elke keer een andere ervaring omdat ze gaandeweg nog aan het uitzoeken waren wat ze precies moesten doen.”