
Eerste hulp bij een tekenbeet
Een teek kan niet springen of vliegen maar hangt aan planten of gras te wachten tot hij zich op een mens of dier kan laten vallen om bloed te zuigen. Een tekenbeet op zich is doorgaans niet gevaarlijk, maar de teek kan wel een rol spelen in het overbrengen van verschillende ziektes, zoals de ziekte van Lyme.
Niet elke tekenbeet is gevaarlijk. Als een teek minder dan 24 uur op het lichaam is gebleven, is de kans dat het slachtoffer de ziekte van Lyme krijgt onbestaande.
Hoe herken je een tekenbeet?
- Een tekenbeet is niet pijnlijk en wordt vaak niet of enkel toevallig opgemerkt.
- Teken zitten meestal in de nek, oksels, knieholten, liesstreek of op het hoofd of de enkels.
- Na enkele uren begint de beet te jeuken.
- Een volgezogen teek is ongeveer even groot als een kleine erwt.
Dit doe je bij een tekenbeet
1
Verwijder de teek zo snel mogelijk met een tekentang.
- Neem de teek met een tekentang vast bij de monddelen en zo dicht mogelijk tegen de huid van het slachtoffer.
- Trek de teek geleidelijk, maar stevig uit de huid:
- met een grijptangetje: trek de teek recht uit de huid.
- met een tekentang type koevoet: maak een draaiende beweging.
- met een pincet: trek de teek recht uit de huid.
2
Spoel de wonde uitgebreid met stromend water.
3
Ontsmet de wonde met een niet-verkleurend ontsmettingsmiddel.
4
Volg op! Noteer de datum van de beet en de plaats van de wonde.
5
Ga naar een arts als deze symptomen zich voordoen na een tekenbeet:
- Er verschijnt een rode vlek of kring op de huid in de eerste weken na de tekenbeet.
- Er doen zich andere ziektetekenen voor, zoals koorts of gewrichtspijn.