Eerste hulp bij reanimeren

Zuurstof is erg belangrijk voor het functioneren van het lichaam. Als het hart stopt met pompen, valt de bloedsomloop (circulatie) stil en spreken we over een hart- of circulatiestilstand. Door een tekort aan zuurstof treedt er al snel schade op in allerlei belangrijke organen.

De overlevingskansen bij een circulatiestilstand zijn klein, maar ze vergroten aanzienlijk als omstanders onmiddellijk de juiste handelingen uitvoeren. Reanimatie (ook wel cardiopulmonaire resuscitatie of CPR) is een combinatie van borstcompressies en beademingen. Het gebruik van een AED (automatische externe defibrillator) verhoogt de slaagkansen van de reanimatie.

Wat zie je?

  • Het slachtoffer is bewusteloos en ademt niet (normaal).

Dit doe je!

1

STAP 1: Zorg voor veiligheid

  • Zorg dat de situatie veilig is.
2

STAP 2: Beoordeel de toestand van het slachtoffer

  • Schud voorzichtig aan beide schouders en vraag luid: “Gaat het?”
  • Open de luchtweg door het hoofd achterover te kantelen en de kin op te tillen.
  • Controleer de ademhaling. Kijk of de borstkas op en neer gaat, luister aan de mond en de neus naar ademhalingsgeluiden en voel met je wang of er luchtstroom is.
3

STAP 3: Raadpleeg gespecialiseerde hulp

  • Roep luid om hulp of duid iemand aan en vraag om je te helpen.
  • Alarmeer de Noodcentrale 112:
    • Laat een omstaander de Noodcentrale 112 alarmeren en vraag hem om je nadien op de hoogte brengen.
    • Doe dit zelf als je alleen bent. Gebruik eventueel de luidsprekerfunctie van je gsm.
    • Als je geen gsm bij de hand hebt, verlaat je het slachtoffer om ergens anders te alarmeren. Nadien start je de reanimatie op.
  • Laat iemand een AED halen als er een in de buurt is. Als je alleen bent, verlaat je het slachtoffer niet, maar start je de reanimatie.
4

STAP 4: Verleen verdere eerste hulp

  • Start de reanimatie!

  • Wissel 30 borstcompressies af met 2 beademingen.
  • Zodra er een AED beschikbaar is, voer je de verdere reanimatie met een AED uit. 

  • Blijf reanimeren tot:
    • er gespecialiseerde hulp aankomt die de reanimatie van je overneemt;
    • het slachtoffer met zekerheid wakker wordt, beweegt, de ogen opent en normaal ademt;
    • je zelf uitgeput bent.
  • Laat eventuele elektroden van de AED ter plaatse op de borstkas.