Internationaal gewapende conflicten
Het internationaal humanitair recht (IHR) is van toepassing tijdens internationaal en niet-internationaal gewapende conflicten. Er is sprake van een internationaal gewapend conflict wanneer één of meerdere staten gewapend geweld gebruiken tegen een andere staat. Het onderscheid tussen deze twee soorten gewapende conflicten is belangrijk omdat verschillende regels van het IHR van toepassing zijn in de respectievelijke types gewapende conflicten.
Voorwaarden voor een internationaal gewapend conflict
Conform de Verdragen van Genève van 1949 is er sprake van een internationaal gewapend conflict bij gewapende confrontaties tussen twee staten. Er is geen vereiste van een bepaalde intensiteit of van een bepaalde duur van geweld, noch van een oorlogsverklaring. Ook moet het bestaan van een internationaal gewapend conflict worden afgeleid uit de feiten, ongeacht of de betrokken partijen de staat van oorlog erkennen.
Het gebruik van geweld moet evenwel toe te schrijven zijn aan een staat. Gewelddadige handelingen van private personen kunnen geen aanleiding geven tot een internationaal gewapend conflict tenzij deze personen handelen in naam van een staat.
Bezetting
Naast een “klassiek” internationaal gewapend conflict, bestaat ook bezetting als vorm van een internationaal gewapend conflict. Er is sprake van een bezetting wanneer (een deel van) het grondgebied van een staat onder de effectieve controle van een andere staat komt te staan, waarvoor drie voorwaarden vervuld dienen te zijn:
- De buitenlandse strijdkrachten zijn fysiek aanwezig of in de nabijheid zonder toestemming van de effectieve lokale overheid die op het moment van de invasie van kracht was;
- De legitieme autoriteit kan zijn macht niet meer uitoefenen;
- De buitenlandse strijdkrachten (of hun agenten) zijn in staat de overheidsfuncties uit te oefenen.
Essentieel is hier dat de bezetting “vijandig” is, met name dat er geen toestemming is voor de aanwezigheid van de strijdkrachten van de vreemde staat. Het gebrek aan gewapend verzet van de territoriale staat kan niet automatisch geïnterpreteerd worden als een automatische instemming met de aanwezigheid van de buitenlandse strijdkrachten.
Relevante bepalingen
GC I-IV, gemeenschappelijk artikel 2; AP I art. 1(3) & (4).