Cyberoperaties
Het Rode Kruis definieert cyberoorlog als operaties tegen een computer, een computersysteem of een ander verbonden apparaat, wanneer gebruikt als middel of methode van oorlogsvoering in het kader van een gewapend conflict of wanneer het gebruik van ervan uitmondt in een gewapend conflict.
Humanitaire uitdagingen in gewapende conflicten
Vele basisvoorzieningen die van levensbelang zijn voor de burgerbevolking, zoals water- en elektriciteitsvoorziening, ziekenhuizen en luchtverkeersleiding, kunnen door cyber operaties stil worden gelegd. Ook de gezondheidszorg kan bijzonder kwetsbaar zijn voor cyberoperaties en incidentiele schade als gevolg van de toegenomen digitalisering.
Het IHR over cyberoperaties
Een groeiend aantal staten en internationale organisaties erkennen dat het internationaal humanitair recht cyberoperaties in een gewapend conflict beperkt zoals enig ander wapen of methode van oorlogsvoering gebruikt voor “kinetische” aanvallen. Bij het voeren van de vijandelijkheden, is burgerlijke infrastructuur dan ook beschermd tegen cyberaanvallen conform het principe van onderscheid, het verbod op willekeurige aanvallen, het principe van proportionaliteit en het voorzorgsprincipe. Andere relevante IHR-regels die cyberoperaties reguleren zijn het verbod op verspreiden van terreur onder de burgerbevolking, het verbod op vernietigen of aanvallen van goederen die onmisbaar zijn voor de overleving van de burgerbevolking en de bescherming van de medische infrastructuur.
Ondanks dat er vandaag geen expliciet verdrag bestaat over cyberoperaties in gewapende conflicten, weerspiegelt de Tallinn Manual, een niet-wettelijk bindende studie van internationale experts, de groeiende consensus over cyberoorlog.
Standpunt Rode Kruis
Het Rode Kruis roept alle staten op om te erkennen dat cyberoperaties tijdens gewapende conflicten gereguleerd worden door het IHR. Verdere discussie, in het bijzonder onder staten, over hoe het IHR moet worden geïnterpreteerd en toegepast in de cyberruimte blijft daarenboven noodzakelijk.
Relevante bepalingen
AP I, art. 12, 15, 36, 48-54, 57; CIHL studie regels, 1-2, 11-12, 14-15, 22, 25-26, 54; Tallinn Manual.