Emblemen

Er zijn drie emblemen erkend door de Verdragen van Genève van 1949 en de Aanvullende Protocollen van 1977: het rode kruis, de rode halve maan en de rode leeuw en zon op een witte achtergrond. De rode leeuw en zon wordt sinds 1980 niet meer gebruikt.

Op 7 december 2005 werd het Derde Aanvullende Protocol aanvaard, dat een extra embleem in het leven roept. Een jaar nadien wordt dit embleem officieel benoemd als het “rode kristal” . Het biedt dezelfde bescherming en moet op dezelfde manier beschermd worden als de emblemen van het rode kruis en de rode halve maan. Lees hier meer over de geschiedenis van de emblemen.

In tegenstellig tot wat men vaak denkt zijn deze emblemen géén teken voor eerste hulp of de medische gemeenschap. De emblemen zijn vrij van enige religieuze, politieke of culturele of andere associatie of connotatie.

Gebruik van deze emblemen is strikt geregeld in de vier Verdragen van Genève van 1949 en de Aanvullende Protocollen van 1977 en 2005. De emblemen kunnen op twee manieren worden gebruikt: enerzijds beschermend gebruik in tijden van gewapend conflict; en anderzijds het indicatief gebruik. 

Beschermend gebruik

Het rode kruis, de rode halve maan en het rode kristal zijn in de eerste plaats het zichtbare resultaat van de bescherming die de Verdragen van Genève en de Aanvullende Protocollen tijdens gewapende conflicten verlenen aan gewonden en zieken en aan degenen die hen te hulp schieten, met name het medisch personeel, evenals medische faciliteiten en voertuigen zoals gedefinieerd door het internationaal humanitair recht (zie hieronder). De beschermende emblemen moeten steeds in het rood op en witte achtergrond worden afgebeeld, zonder toevoegingen, en dit op een duidelijke wijze en in een relatief groot formaat.

Indicatief gebruik

Het rode kruis, de rode halve maan en het rode kristal vormen anderzijds ook een herkenningsteken om aan te duiden dat een persoon of voorwerp een band heeft met de Internationale Rode Kruis- en Rode Halve Maanbeweging. Het embleem moet in relatief kleine afmetingen gebruikt worden en steeds vergezeld gaan van de naam of initialen van de component van de Beweging (Nationale Vereniging, ICRC of IFRC) . Het mag niet worden gebruikt op daken van gebouwen of armbanden, om verwarring met het beschermend gebruik te voorkomen. 

Voor Rode Kruis-Vlaanderen veruitwendigt zich dit in het logo van onze organisatie, waarbij het relatief klein afgebeelde embleem vergezeld wordt van onze naam. 

Wie kan deze emblemen wanneer gebruiken?

In tijden van gewapend conflict, kunnen de emblemen in hun beschermende functie gebruikt worden door:

  • Medische en religieuze diensten van de strijdkrachten;
  • Medisch personeel, faciliteiten en voertuigen van de Nationale Rode Kruis- en Rode Halvemaanvereniging wanneer deze ter beschikking staan van de medische diensten van de strijdkrachten;
  • Mits de nationale wetgeving dit toestaat en met uitdrukkelijke toestemming van de overheid en onder haar controle: civiele/burgerlijke ziekenhuizen, medische eenheden en faciliteiten, hun personeel en de voertuigen voor de verzorging en vervoer van de gewonden, zieken en schipbreukelingen;
  • Het Internationale Rode Kruiscomité (ICRC) en van de Internationale Federatie van Rode Kruis- en Rode Halvemaanverenigingen (IFRC).

In vredestijd kunnen de emblemen op indicatieve wijze gebruikt worden door/op:

  • Vrijwilligers, personeel en eigendom van de Internationale Rode Kruis- en Rode Halve Maanbeweging (de Nationale Verenigingen, het ICRC en het IFRC)
  • In overeenstemming met de nationale wetgeving, als een uitzonderlijke maatregel en mits uitdrukkelijke toestemming van de Nationale Vereniging: ambulances en eerste hulpposten die exclusief gebruikt worden voor gratis verzorging aan gewonden en zieken. In België voorziet de wetgeving niet in een dergelijk gebruik, wat dan ook niet toegestaan is. 

Oneigenlijk gebruik van de emblemen

Elk oneigenlijk of illegitiem gebruik van de emblemen kan hun beschermende waarde verminderen en het respect ervoor aantasten tijden van gewapend conflict. Dit zou de levens in gevaar kunnen brengen van degenen die medische zorg verlenen, en de veilige toegang van hulpverleners van de Beweging ondermijnen. Dit kan op zijn beurt de effectiviteit en efficiëntie van de humanitaire hulp verstoren, en zo nefaste gevolgen voor verzorging en de bescherming van zieken, gewonden en andere slachtoffers in gewapende conflicten. 

Er zijn verschillende manieren waarop het embleem niet gebruikt mag worden:

Imitatie 

Dit slaat op het gebruik van een teken dat vanwege zijn vorm en/of kleur, kan worden verward met een van de emblemen. 

Hieronder kan je enkele voorbeelden van imitatie van het rode kruis embleem vinden:

Misbruik

Dit is elk gebruik van een embleem dat in strijd is met internationaal humanitair recht, met name gebruik van de emblemen door personen of entiteiten die daar geen toestemming voor hebben (commerciële ondernemingen, apothekers, privé artsen, niet-gouvernementele organisaties, individuen, enz.) en/of voor doeleinden die niet stroken met de principes van het Rode Kruis of waarschijnlijk zijn om de waarde of het respect voor het embleem te ondermijnen, zoals winstbejag of politieke doeleinden. 

Het verschil met imitatie in beeltenis is dat bij misbruik het embleem niet wordt gewijzigd of dat er zaken aan worden toegevoegd, maar in zijn geheel wordt overgenomen.

Hieronder kan je enkele voorbeelden van misbruik van het rode kruis embleem vinden:

Perfidie

Dit is oneigenlijk gebruik van het embleem tijdens een gewapend conflict om de indruk te wekken dat strijders en militair materieel beschermd zijn en met de bedoeling om de tegenstander te misleiden. 

Hieronder kan je enkele voorbeelden van perfidie van de rode halve maan en de rode kruis emblemen vinden:

Voorkomen en bestraffen van misbruik van de emblemen en haar benamingen

Om universeel respect voor en bescherming van de emblemen te verzekeren, is elke Staat die partij is bij de Verdragen van Genève van 1949 en de Aanvullende Protocollen van 1977 en 2005 verplicht om nationale wetgeving uit te vaardigen met het doel van het reguleren van het gebruik van de emblemen en van het voorkomen en bestraffen van oneigenlijk gebruik zowel in tijden van oorlog als in vrede. 

De Belgische wet van 4 juli 1956 tot bescherming van de benaming "Rode Kruis", van de tekens en emblemen van het Rode Kruis erkent het gebruik van het rode kruis, de rode halve maan en het rode kristal, evenals de bescherming van deze emblemen volgens de Verdragen van Genève en de Aanvullende Protocollen. Op grond van deze IHR-verdragen, zijn de namen ‘rode kruis’, ‘rode halve maan’ en ‘rode kristal’ ook beschermd tegen elk oneigenlijk gebruik, waaronder imitatie, misbruik en perfidie. Deze wet legt tevens straffen op voor de eventuele schending ervan. 

Daarnaast is verraderlijk gebruik (perfide gebruik) van de emblemen opgenomen in het Belgisch Strafwetboek het als oorlogsmisdaad wanneer dit opzettelijk wordt gedaan en leidt tot de dood of ernstig persoonlijk letsel. 

Als Staat die partij is bij de Verdragen van Genève en de Aanvullende Protocollen, is de Belgische staat de belangrijkste actor die verantwoordelijk is voor het respecteren van deze emblemen. Rode Kruis-Vlaanderen als onderdeel van het Belgisch Rode Kruis ondersteunt de autoriteiten bij de eerbiediging van het internationaal humanitair recht te verzekeren en de bescherming van de emblemen te allen tijde te verzekeren in België. Wij volgen daarbij ook oneigenlijk gebruik  (opzettelijk of onopzettelijk) van de emblemen in België op. 

Melding van verkeerd gebruik? Vragen?

Indien u zelf een verkeerd gebruik van de emblemen zou vermoeden, kan u ons mailen op humanitair.recht@rodekruis.be. Gelieve volgende informatie mee te geven in de e-mail:

  1. Datum waarop je het verkeerd gebruik opmerkte
  2. Beschrijving van wat u zag
  3. Voeg indien mogelijk een foto en/of screenshot van het verkeerd gebruik toe
  4. Naam van de entiteit
  5. Adres van de entiteit en/of internet link naar de website van de entiteit
  6. Uw contactinformatie (naam en e-mailadres), zodat we u op de hoogte kunnen houden indien u dit wenst:

Ook indien u vragen zou hebben omtrent het gebruik van de emblemen, kan u steeds contact opnemen via humanitair.recht@rodekruis.be. 

Relevante bepalingen

GC I art. 38-44 en art. 53-54; GC II art.41-45; GCIV art. 18-22 AP I art. 8,18, 38 et 85; APII art 12; APII art. 1-6; art. 136 quater, §1, 29° Strafwetboek.

CIHL Studie regel 30, 59, 65.