Belegering

Een belegering is een militaire (gedeeltelijke) omsingeling of isolatie van een gebied met beperkingen op het binnengaan en het verlaten van het gebied, op de toegang van essentiële goederen zoals voedsel en het afvoeren van andere producten zoals bijvoorbeeld afval. Het is een uitputtingstactiek met als uiteindelijk doel de overgave van het belegerde gebied. 

IHR kader

Belegering als een methode van oorlogsvoering is niet verboden onder het internationaal humanitair recht (IHR) als het uitsluitend gericht is op militaire doelwitten en als het conform de relevante regels van het IHR gebeurt. Het belegeren van een vijandelijk gebied kan namelijk gezien worden als een legitiem onderdeel van de vijandelijkheden en kan ook minder schadelijk zijn dan effectieve gevechten.

Conform de basisprincipes van het IHR, moet de belegering een onderscheid maken tussen strijders en burgers, moet het verbod op willekeurige aanvallen worden gerespecteerd en moet de belegering proportioneel zijn en. Daaruit volgt dat belegeringen die leiden tot beperkingen voor de toegang van burgers tot essentiële goederen en diensten, zoals water, voedsel en gezondheidsvoorzieningen, verboden zijn volgens het IHR conform het verbod op uithongering van de burgerbevolking als methode van oorlogsvoering. 

Humanitaire toegang

Het IHR tracht ervoor te zorgen dat slachtoffers van de vijandelijkheden tijdig en voldoende hulp krijgen. Conflictpartijen zijn primair verantwoordelijk om te voldoen aan de humanitaire noden van de bevolking onder hun controle, inclusief tijdens belegering. Onpartijdige humanitaire organisaties kunnen daarenboven hun diensten aanbieden. Toegang voor deze humanitaire hulpverlening blijft onderhevig aan de toestemming van de partijen tot het conflict, maar deze toegang mag niet arbitrair geweigerd worden.

Relevante bepalingen

GC I-IV, art. 3(2) en art. 9/9/9/10; GC IV, art. 17, 23, 59 en 61; AP I, art. 12, 15, 21, 54(1), 68-71 en 81; AP II, art. 9(1), 11(1), 14 en 18; CIHL studie regels, 25, 28-32, 53 en 55-56.