Mogelijke signalen herkennen bij patiënten, families en collega's

Hier vind je signalen die kunnen wijzen op moeilijkheden om om te gaan met deze situatie of van psychische problemen die zich ontwikkelen of verergeren. Hierbij is het zeer belangrijk om huidige reacties te vergelijken met hoe de persoon zich anders gedraagt.  

Veranderingen in gedrag en voorkomen

  • Vaker een moedeloze, ingezakte houding hebben
  • Opmerkelijk gespannen houding
  • Verandering in gelaatsuitdrukkingen (bijv. minder glimlachen…)
  • Opmerkelijk meer of sneller bewegen (bijv. niet stil kunnen zitten…)
  • Opmerkelijk trager bewegen
  • Verandering in manier van spreken
  • Verandering in voorkomen en verzorging
    • Uiterlijk en hygiëne minder verzorgen
  • Problemen met zelfcontrole/risicogedrag
    • Moeilijker uiting geven aan gevoelens – of deze uitingen minder controleren
    • Telkens hetzelfde gedrag herhalen
    • Toegenomen gebruik van medicatie, alcohol en drugs
    • Koopgedrag, gamen, gokken… of ander roekeloos gedrag
    • Zelfverwonding
  • Verandering in eetgedrag
  • Verandering in slaapgedrag
  • Lichamelijke uitingen
    • Op allerlei manieren mogelijk – zonder aanwijsbare lichamelijke oorzaak. Een aantal symptomen van ziekte en stress kunnen gelijkaardig zijn en met elkaar verward worden. Wees hier extra waakzaam.

Veranderingen in denken

  • Bijv. moeilijker aandacht houden in gesprek, sneller afgeleid zijn, …
  • Bijv. moeilijker nieuwe info kunnen opslaan:  afspraken minder goed kunnen onthouden,  slechts flarden van een gesprek kunnen navertellen
  • Minder flexibel oplossingen kunnen bedenken, moeilijker beslissingen kunnen nemen, impulsiever reageren, routines niet meer kunnen oproepen, …
  • Minder helder denken , verward zijn, niet begrijpen wat er rondom hen gebeurt, dingen waarnemen die er niet zijn,
  • Steeds over hetzelfde nadenken, veel piekeren

Veranderingen in gevoelens

  • Uitgesproken negatieve gevoelens tonen
    • Neerslachtig, somber zijn
    • Schuldig, waardeloos voelen
    • Hopeloosheid, uitzichtloos
    • Geïrriteerd en boos
    • Machteloos
    • Overdreven bang
    • Eenzaam
    • Wantrouwig
  • Onvoldoende positieve gevoelens
    • Minder zin hebben in activiteiten of er minder plezier uithalen
    • Geen energie hebben
  • Overdreven positieve gevoelens
    • Schijnbaar overdreven opgewekt en energiek
  • Sterk wisselende gevoelens ervaren
  • Vlakke gevoelens
    • Onverschillig
    • Maar ook leegte voelen

 

Let bij je naasten, bewoners, patiënten of cliënten op veranderingen in hun gedrag, denken, uiting van gevoelens, voorkomen of frequentie en manier van contact te houden. Merk je meerdere signalen op? Ga ermee aan de slag volgens de tips in onze andere pagina’s