Gezamenlijke oproep van verschillende leiders binnen de Internationale Rode Kruis- en Rode Halve Maanbeweging

Het was 8:15 ’s ochtends op 6 augustus 1945 toen een plots oogverblindend licht de lucht boven de stad Hiroshima overspoelde. De bom bracht een kolossale en ongeziene vernietigingskracht vrij. Een drukgolf sneller dan de geluidsnelheid breidde zich uit en creëerde een enorme vuurstorm, maakte de stad met de grond gelijk en doodde tienduizenden burgers. Drie dagen later, op 9 augustus, onderging de stad Nagasaki hetzelfde lot.

In geen van beide steden waren er voldoende dokters, verplegers of medicatie om alle slachtoffers te helpen. Voor de aanval op Hiroshima beschikte de stad over 300 dokters. Slechts 30 werden door de ontploffing niet gedood of verwond. Van de 1.780 verplegers liet  93% het leven of raakte gewond.

Vandaag, 75 jaar na de bombardementen op Hiroshima en Nagasaki, hangt de donkere schaduw van een nucleaire oorlog nog steeds over ons allen, ondanks de gruwel die deze steden hebben geleden. Tot op heden kan geen enkele stad zich voorbereiden op een atoombom en kan geen enkel land een adequaat antwoord bieden op de gevolgen ervan. Duizenden en zelfs miljoenen burgers zullen worden gedood en gewond en niemand zal kunnen helpen.

De Internationale Rode Kruis – en Rode Halve Maanbeweging (IFRC) is van mening dat het een humanitaire noodzaak is om ervoor te zorgen dat kernwapens nooit meer worden gebruikt. Waar we ons niet op kunnen voorbereiden, moeten we voorkomen.

Vele overlevenden van het bombardement op Nagasaki “stierven binnen één tot twee maanden omdat er geen effectieve behandelingen waren, zelfs geen antibiotica of bloedtransfusies, en omdat de infrastructuur volledig was vernietigd, inclusief ziekenhuizen en apotheken”, zei Dr. Masao Tomonaga, een voormalig directeur van het Japanse Rode Kruis Nagasaki ‘Atomic Bomb Hospital’, wiens moeder hem na de ontploffing in Nagasaki onder het puin van hun houten huis uit trok.

In de maanden en jaren na die rampzalige dagen van augustus 1945 leden en stierven tienduizenden burgers van Hiroshima en Nagasaki aan kankers en andere ziekten veroorzaakt door blootstelling aan straling die vrijkwam bij de atoomontploffingen.

De twee atoombommen waren buitengewoon gruwelijke en angstaanjagende oorlogswapens. Het Internationale Rode Kruiscomité (ICRC) en het Japanse Rode Kruis waren eerstehands getuigen van het lijden en de verwoesting, wanneer ze in bijna onmogelijke omstandigheden de stervenden en gewonden probeerden te helpen. De getuigenissen van overlevenden en eerstehulpverleners schetsen een huiveringwekkend beeld van onvoorstelbare pijn, zinloos verlies en moed.

Marcel Junod van het ICRC was de eerste buitenlandse arts die een maand nadien Hiroshima bereikte. “Het centrum van de stad was een soort witte vlek, afgevlakt en glad als de palm van een hand”, schreef hij. “Er bleef niets over. Het minste spoor van huizen leek te zijn verdwenen.”

Sinds 75 jaar geleden is onze kennis toegenomen over de catastrofale humanitaire gevolgen die kernwapens ontketenen. En wat we weten, bracht ons tot de conclusie dat het gebruik van kernwapens over het algemeen in strijd is met het internationaal humanitair recht.

Nochtans is en wordt er veel te weinig gedaan om ervoor te zorgen dat kernwapens nooit meer worden gebruikt. In feite blijkt uit een verontrustend aantal close calls dat we enorm veel geluk hebben gehad dat kernwapens sinds 1945 niet meer zijn gebruikt in gewapende conflicten. We kunnen niet verwachten dat dat geluk voor altijd zal standhouden.

Er zijn meer dan 13.000 kernwapens in de wereld, waarvan velen in hoge staat van paraatheid, klaar om in een oogwenk te worden gelanceerd. Het risico dat atoomwapens opnieuw mogen worden gebruikt, groeit tot een alarmerend niveau. De nucleair bewapende staten ontwikkelen nieuwe kernwapens en maken deze eenvoudiger om te gebruiken. En verdragen om het aantal nucleaire wapens en de risico's van hun proliferatie te verminderen, worden opgezegd.

Als gevolg hiervan bevindt de wereld zich op een gevaarlijk pad naar een nieuwe kernwapenwedloop, die het voortbestaan ​​van de mensheid bedreigt. Dit is een realiteit die we niet kunnen accepteren.

De Internationale Rode Kruis- en Rode Halve Maanbeweging werd opgericht om lijden te verlichten, leven en gezondheid te beschermen en de menselijke waardigheid te verdedigen, vooral tijdens gewapende conflicten en andere noodsituaties. Het gebruik van kernwapens heeft het potentieel om de humanitaire missie die onze beweging moet vervullen onmogelijk te maken. We weten vandaag dat elke nucleaire explosie onoverkomelijke uitdagingen voor humanitaire hulp zou veroorzaken en dat er op nationaal of internationaal niveau geen toereikende hulpcapaciteit bestaat. Wie zal de slachtoffers van kernwapens dan helpen en hoe?

Ons onvermogen om deze vraag te beantwoorden, betekent dat de enige verantwoordelijke manier van handelen preventie is.

Minder dan een maand na de atoombombardementen op Hiroshima en Nagasaki betwijfelde het ICRC al de wettigheid van kernwapens en riep het staten op om het gebruik ervan te verbieden: "Alleen een verenigd wereldbeleid kan de wereld redden van vernietiging", schreef Dr. Junod.

Driekwart eeuw later moeten we duidelijk zijn: we hebben lang genoeg gewacht! Te vaak heeft de internationale gemeenschap de voorzienbare crises niet kunnen voorkomen. We hebben nog steeds de kans om een ​​globale nucleaire ramp te voorkomen. Onze kinderen en toekomstige generaties zouden niet de last van onze nalatigheid moeten dragen.

---

Ondertekend door

  • Peter Maurer, voorzitter van het Internationaal Comité van het Rode Kruis
  • Francesco Rocca, voorzitter van de Internationale Federatie van Rode Kruis- en Rode Halve Maanverenigingen en nationale voorzitter van het Italiaanse Rode Kruis
  • Jean-Jacques Eledjam, voorzitter van het Franse Rode Kruis
  • Ross Pinney, voorzitter van het Australische Rode Kruis
  • Gerald Schöpfer, voorzitter van het Oostenrijkse Rode Kruis
  • Edouard Croufer, voorzitter van het Belgische Rode Kruis
  • Philippe Lambrecht, vice-voorzitter van het Belgische Rode Kruis
  • Trevor Holmes, secretaris-generaal van het Ierse Rode Kruis
  • Yoshiharu Otsuka, voorzitter van het Japanse Rode Kruis
  • Robert Mood, voorzitter van het Noorse Rode Kruis
  • Javier Senent, voorzitter van het Spaanse Rode Kruis
  • Margareta Wahlström, voorzitter van het Zweedse Rode Kruis
  • Thomas Heiniger, voorzitter van het Zwitserse Rode Kruis
  • Hare Hoogheid Tunku Puteri Intan Safinaz, Tunku Temenggong Kedah, voorzitter van de Maleisische Rode Halve Maan