Magda Waterschoot

Kan je ons iets meer vertellen over je rol als vrijwilliger binnen het Rode Kruis?

Ik ben momenteel al 24 jaar vrijwilliger in het opvangcentrum in Overpelt. Van bij de start van het centrum ga ik twee keer per week langs. Op maandag geef ik Nederlandse les aan de bewoners, op vrijdag is het tijd voor de 'vrouwenwerking'. Die dag maken we tijd om samen te breien, te knutselen of om op stap te gaan. Dan is er ook voldoende tijd om heel open met elkaar te praten en ervaringen uit te wisselen.

Waarom ben je vrijwilliger geworden?

Iets meer dan 25 jaar geleden zorgden gezondheidsproblemen van mijn dochter ervoor dat ik in een dipje terecht kwam. Hierdoor moest ik de deuren van mijn boetiek sluiten en bleef ik van de ene dag op de andere thuis. Twee jaar lang sukkelde ik met een burn-out tot een vriend me aanraadde om contact op te nemen met het net geopende opvangcentrum in Overpelt. Zo ben ik er een beetje ingerold. Ik vond het heerlijk om de talen die ik ooit geleerd had eindelijk te kunnen gebruiken, ik leerde een heel andere wereld kennen. In mijn ogen is het echt een rijkdom om zoveel andere mensen te leren kennen.

Wat vind je zelf het fijnste aan het werk als vrijwilliger?

Dat ik vrienden voor het leven gemaakt heb! Zo heb ik na vele jaren nog steeds contact met twee mannen die ik leerde kennen toen ze als jongens uit Bulgarije en Iran kwamen. Verder vind ik het ook fijn dat ik gewaardeerd wordt voor wat ik doe.

Wat zal je altijd bijblijven?

Het valt mij steeds weer opnieuw op dat asielzoekers, ondanks de oorlog of de erbarmelijke omstandigheden in hun geboorteland, in hun hoofd nog altijd daar zijn. Fysiek gezien zijn ze dan wel gevlucht, maar hun gedachten blijven uitgaan naar hun achtergebleven familie of vrienden. Ik ben er dan ook van overtuigd dat niemand zijn land verlaat zonder goede reden. Je laat toch niet zomaar alles achter?