Ramadan: eerste hulp bij uitdroging, flauwte of lage bloedsuiker

Vanaf 1 april vasten wereldwijd veel mensen n.a.v. de Ramadan. Tijdens deze periode verandert het ritme voor de mensen die meedoen: overdag mogen ze niets eten of drinken. De nachten zijn korter, aangezien men later naar bed gaat en vroeger opstaat om te eten. Naast de mooie momenten van ontspanning en gezelligheid met familie en vrienden, kan je lichaam ook reageren op dit andere ritme.

Vermoeidheid, concentratieproblemen, een tragere reactiesnelheid, stemmingswisselingen, hoofdpijn en misselijkheid kunnen er bij komen kijken. Ook flauwvallen, uitdrogingsverschijnselen en een laag bloedsuikergehalte kunnen optreden. Over de laatste 3 zaken vertellen we je in dit artikel graag meer. Zo weet je wat jij kan doen om eerste hulp te bieden wanneer iemand zich plots slecht voelt.

Jammer genoeg zijn er weinig richtlijnen waarbij het vasten niet doorbroken wordt. Uitdroging en een laag bloedsuikergehalte kan je alleen oplossen door te drinken en/of te eten.

Uitdroging

Probeer minstens 1,5 liter (bij voorkeur water) te drinken tijdens de uren dat dat mag. Zo kan je proberen om uitdroging te voorkomen.

Wat stel je vast?  

Onderstaande symptomen kunnen erop wijzen dat iemand lijdt aan uitdroging. Hoe meer symptomen, hoe groter de kans dat het slachtoffer uitgedroogd is. 

  • Het slachtoffer voelt zich zwak, ziek en/of vermoeid.
  • Hij kan hoofdpijn hebben, zich duizelig en/of misselijk voelen.
  • Hij kan zich rusteloos, prikkelbaar en/of slaperig voelen.
  • Zijn bewustzijn kan verminderd zijn.
  • Hij urineert weinig. De urine is sterk geconcentreerd; ze ruikt sterk en is donker van kleur.
  • Het slachtoffer zweet minder of soms helemaal niet. 

Dit doe je!

Laat het slachtoffer regelmatig kleine hoeveelheden drinken.

  • In minder ernstige gevallen is water voldoende. Je kan ook kiezen voor sportdrank, thee of lichte bouillon. Gebruik geen (gebluste) cola of alcohol. 
  • Bij uitdroging door inspanning kan sportdrank of eventueel magere melk worden gebruikt om sneller te hydrateren.
  • Als het slachtoffer dat wil, mag hij iets eten. Hij mag eten waar hij trek in heeft.

Flauwte (en bewusteloosheid)

Wat stel je vast?

  • Een blank gekleurd slachtoffer wordt bleek. Slachtoffers met een donkere huidskleur krijgen een grauwe, grijze kleur.
  • Hij voelt zich duizelig en ziet zwarte vlekken of sterretjes voor de ogen.
  • Het slachtoffer neemt afwijkingen aan het gehoor waar (oorsuizingen, alles klinkt verder weg). 
  • Hij voelt zich zwak en soms ook misselijk. 
  • Hij kan aangeven het warm te hebben en begint te zweten. Zijn huid voelt koud en klam aan. 
  • Het slachtoffer moet soms geeuwen. 
  • Soms voelt het slachtoffer tintelingen in de vingers.
  • Hij heeft een verminderd bewustzijn, verliest uiteindelijk het bewustzijn en valt neer.

Dit doe je!

  • Alarmeer de Noodcentrale 112 als: 
    • het slachtoffer na twee minuten nog niet wekbaar is; 
    • je twijfelt.
  • Laat het slachtoffer plat op de grond neerliggen, eventueel met de benen omhoog. 
  • Zorg voor frisse lucht en laat omstanders afstand houden. 
  • Maak kleding los die de ademhaling kan hinderen. 
  • Leg koude kompressen of een vochtig washandje op het voorhoofd van het slachtoffer. 
  • Als het slachtoffer bijkomt, laat hem dan nog even liggen. Als hij zich goed voelt, laat hem geleidelijk aan rechtzitten. Geef hem eerst een halfzittende en daarna pas een zittende houding. Laat telkens enkele minuten tussen iedere houding. Als hij zich na een tijdje goed voelt, laat hem dan voorzichtig opstaan. Als hij zich terug flauw begint te voelen, leg hem dan opnieuw neer tot hij volledig is hersteld. 
  • Als het slachtoffer na een flauwte binnen de 2 minuten niet bijkomt, gaat het niet over een flauwte, maar is de situatie ernstiger. Handel dan zoals bij een bewusteloos slachtoffer. Leg hem in dat geval in stabiele zijligging. Controleer elke minuut het bewustzijn en de ademhaling van het slachtoffer. 

Hypoglycemie (te lage bloedsuiker)

Hypoglycemie kan ontstaan bij een slachtoffer met diabetes wanneer hij zijn medicatie niet (tijdig) innam, als hij onvoldoende of niet op tijd gegeten heeft of na een lichamelijke inspanning. Mensen met diabetes krijgen vrijstelling voor het vasten, toch willen sommige mensen graag zoveel mogelijk meedoen met de vastentijd. Adviseer hen om advies aan hun arts te vragen. Ook personen die niet gegeten hebben en sporters kunnen een verlaagd bloedsuikergehalte hebben. 

Wat stel je vast?

  • Symptomen treden vaak snel op, in de loop van minuten tot uren. 
  • Het slachtoffer vertoont plots bewustzijnsstoornissen: soms zenuwachtig en afwijkend gedrag (wisselend humeur, agressie, verwarring, concentratieverlies, tekenen die lijken op dronkenschap) tot bewustzijnsverlies. 
  • Het slachtoffer kan last hebben van duizeligheid en flauwte. 
  • Hij kan hoofdpijn en een troebel of dubbel zicht hebben. 
  • Zijn huid kan er bleek uitzien. 
  • Soms zweet hij fel. 
  • Het slachtoffer krijgt plotse honger. 
  • Hij kan beven.

Dit doe je!

  • Alarmeer de Noodcentrale 112 als: 
    • het slachtoffer bewusteloos is of wordt; 
    • de toestand van het slachtoffer na de eerste hulp niet verbetert.
  • Probeer te weten te komen of het slachtoffer dat bewustzijnsstoornissen vertoont, aan diabetes lijdt. 
  • Geef een slachtoffer dat zich flauw voelt, maar goed bij bewustzijn is, suikers. 
    • Geef eerst iets dat 15-20 gram snelwerkende suikers bevat, zoals vier tot vijf tabletjes druivensuiker, een half blikje/glas frisdrank of fruitsap (geen light of zero) of twee tot drie klontjes suiker. Herhaal dat indien de symptomen na 15 minuten nog steeds aanwezig blijven en niet verbeteren. 
    • Als het slachtoffer zich beter voelt, geef je hem traagwerkende suikers (zoals een boterham of een wafel). 

Meer eerste hulp tips leren?

Volg een gratis opleiding bij Rode Kruis-Vlaanderen

of

Download de gratis app Eerste hulp