Van ontstaan tot 1973

Het allereerste geschreven document dat spreekt over het oprichten van de Afdeling Antwerpen van het Rode Kruis, dateert van 1867.  Maar werd pas toevallig ontdekt in 1961.  Tot dan was me in de overtuiging dat  “Antwerps Comité voor Hulpverlening aan Militaire gewonden” pas in 1900 werd opgericht. 

De aanvangsperiode van “Antwerps Comité voor Hulpverlening aan Militaire gewonden” werd beheerst door de verdienstelijke en bewonderswaardige figuur van Constance Teichmann, later “Engel der liefdadigheid van Antwerpen” werd genoemd.

Op 31 maart 1891 krijgt  het Rode Kruis rechtspersoonlijkheid!

De Boerenoorlog (1899-1901) is in de geschiedenis van het Belgische Rode Kruis een niet onbelangrijk gebeuren, vooral omdat Antwerpen er zeer nauw bij betrokken was.

Toen in 1900 op aandringen van Prins de Ligne het “Antwerpes Comité” tot een volwaardige rodekruisafdeling werd gereorganiseerd, trad er gelukkig en sterke figuur naar voor nl. Dr. Edouard De Rop. Eerst werd een kring van ambulanciers opgericht en nadien van rodekruishelpsters.  

Er werden tevens cursussen opgericht.

Dan brak de eerste wereldoorlog uit… en in 1912 stuurde het Rode Kruis als eerste in Europa een medische ploeg naar Bulgarije met 3 chirurgen verbonden aan Antwerpse ziekenhuizen samen met een apotheker uit Gent en een radiograaf uit Brussel.

De nacht van 24 op 25 augustus 1914 vloog een Duitse zeppelin boven de stad en liet bommen vallen.  De rodekruisvrijwilligers rukten die dag de eerste maal uit, samen met de stadswacht en een corps van vrijwillige burgers die ter versterking van politie en rijkswacht werd opgericht.

De volgende dagen werd de afdeling Antwerpen voor een zware taak geplaatst. De eerste Belgische en Duitse gewonde soldaten werden naar hier overgebracht.  22 hulpgasthuizen met in totaal 10.000 bedden werden geopend. Steeds meer en meer gewonden werden overgebracht.

In april 1915 werden de activiteiten van het Rode Kruis in het bezette gebied op bevel van de Duitsers stilgelegd.  Achter de schermen bleef het Antwerps Comité evenwel bijzonder actief met onder meer hulp aan de behoeftige en het geven van cursussen. 

Na de wapenstilstand, in 1918, nam het Rode Kruis de Duitse Lazaretten over en werden ruim 8000 zieke en gewonde soldaten nog maandenlang verpleegd.

In 1938 werd door het Antwerps Comité de beslissing genomen voortaan de briefwisseling mat het Hoofdbestuur in het Nederlands te voeren…

Op nationaal vlak werd de eerste stap pas gezet begin 1942 toen Marcel Lambin, op dat ogenblik secretaris van afdeling Antwerpen, als adjunt-directeur-generaal werd aangesteld van het Rode Kruis.

Begin juli 1940 werd het plaatselijk comité van het Rode Kruis geconfronteerd met een nieuwe opdracht.  Een opdracht die mettertijd dag en nacht de volle inzet zou vergen van vele tientallen rodekruiszusters.  Inderdaad, in die dagen werden de eerste Belgische krijgsgevangenen door de Duitsers vrijgelaten en overgebracht per sanitaire trein naar Antwerpen. Uitgehongerd kwamen ze toe in het Centraal Station dat diende als onthaalcentrum om de terugkerende krijgsgevangenen op te vangen en eerste zorgen toe te dienen.

In augustus 1942 werd ook het Koninklijk Paleis aan de Meir ten dienste gesteld van het Rode Kruis voor het inrichten van een hulpgasthuis.

In september 1948 werd de zetel van de afdeling Antwerpen overgebracht naar Belgiëlei 34. 

Het gebouw dat dus heden ten dage nog onderdak verleent aan de verschillende diensten van het Rode Kruis. Dit oud herenhuis werd door de afdeling in 1941 aangekocht, maar kon nog niet in gebruik worden genomen door de bezetting van de Duitsers.

De eerste algemene vergadering had er plaats op 10 september 1948 met een bezoek aan de nieuwe lokalen en de in ontvangstname van een nieuwe ambulance die voor een ruim deel door milde gevers werd betaald. De huidige voorzitter Dr.August Vanderzypen werd opgevolgd door Fréderic Osterrieth die voorzitter blijft tot 1972.

Op 1 mei 1973 legde de” J.Henry Dunant” aan, hospitaalschip van het Nederlandse Rode Kruis.  Bedoeling was om de zwaar gehandicapten nu en dan ook eens een boottochtje te gunnen.  Deze tochtjes duren telkens een week en telkens komt er een andere provincie aan de beurt.

 

Bron : Mensen redden Mensen – Jos Cels